Het Clavecimbel
Het clavecimbel, een heel populair instrument in de tijd van Bach en Händel, is de voorloper van de piano. Het lijkt veel op een piano, maar werkt op een andere manier: de snaren in het clavecimbel worden aangetokkeld, maar die van de piano worden aangeslagen.
Er zijn mensen die zeggen: als de goede Johann Sebastian Bach de piano had gekend, dan had hij er vast voor geschreven. Maar die mensen vergissen zich: Bach kénde de piano al, want die werd tijdens zijn leven uitgevonden door een zekere meneer Christofori (zo rond 1710). Maar de grote Bach gaf toch de voorkeur aan het clavecimbel met zijn verfijnd geluid.
De piano klonk harder dan het clavecimbel. En er was nóg een groot voordeel: je kon op een piano hard en zacht spelen. Daarom heette het instrument in het Italiaans ook een pianoforte: piano betekent ZACHT, forte betekent HARD.
Al is de piano zeer populair geworden, het clavecimbel wordt nog steeds veel gespeeld. Je kunt barokmuziek (b.v. Bach of Händel) op een piano spelen, maar veel mensen doen het liever op het instrument waar het voor geschreven was: het clavecimbel.
In barokmuziek speelt het clavecimbel ook in het orkest een hele belangrijke rol: als continuo. Continuo is een partij die door het clavecimbel (of orgel) en de cello (en/of contrabas, of fagot) wordt gespeeld. Het is de harmonische steun van het muziekstuk, en gaat, zoals het woord "continuo" betekent, alsmaar door.